Nieuws

Veel variatie in methaan uitstoot per koe

Gepubliceerd op
31 augustus 2020

De ene koe produceert veel meer methaan dan de andere. Die grote variatie wordt hoofdzakelijk bepaald door de voeropname, de productie van meetmelk, het lactatienummer en het aantal dagen in lactatie.

Dat blijkt uit onderzoek van student Douwe Elgersma. Namens Van Hall Larenstein onderzocht hij hoe de melkkoeien van Dairy Campus op methaan scoren.

Een melkkoe produceert gemiddeld gezien tussen de 200 tot 500 gram methaan per dag. Dit broeikasgas komt voor 80 procent vrij bij het verteringsproces en dan voornamelijk bij het fermentatieproces in de pens. Ongeveer 20 procent komt vrij bij de mestopslag.

Tijdens het onderzoek is gekeken of er variaties in methaanemissies zijn waar te nemen tussen individuele dieren. Daarnaast keek Elgersma of er verbanden zijn te leggen tussen methaanemissies en factoren zoals melkgift, voeropname (kilo droge stof), genetische aanleg en lactatiestadium. Ook is nagegaan hoe de melkkoeien van Dairy Campus scoren op het gebied van methaanemissies, in vergelijking met referentiebedrijven (Koeien en Kansen).

Zelfde rantsoen

De student maakte gebruik van data die beschikbaar werden gesteld door Dairy Campus. Op het proefbedrijf in Leeuwarden heeft men de beschikking over drie Greenfeeds. Dat zijn krachtvoerstations die per individuele koe de lucht die via de bek en de neus het dier verlaat, analyseren op de hoeveelheid methaan.

De data die zijn gebruikt uit de Greenfeeds zijn afkomstig van de metingen van een groep van 64 melkkoeien over een periode van drie weken (21 dagen). Alle koeien hebben gedurende de proefperiode hetzelfde rantsoen gehad. De resultaten zijn gebaseerd op 21-daagse gemiddelden.

Grote variatie

Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de ene koe veel meer methaan produceert dan de andere. Die grote variatie wordt hoofdzakelijk bepaald door de voeropname, de productie van meetmelk, het lactatienummer en het aantal dagen in lactatie.

De gemiddelde methaanemissie van Dairy Campus ligt wat hoger, in vergelijking met de gemeten methaanemissie van de Koeien en Kansen-bedrijven. De gemeten methaanemissie was voor de Koeien en Kansebedrijven gemiddeld 415 gram methaan per koe per dag en 13,9 gram per kilo meetmelk. Voor Dairy Campus was dit 453,11 gram methaan per koe per dag en 14,91 gram methaan per kilo meetmelk.

Langer meten

Om een beter beeld te krijgen van de gemiddelde methaanemissie, moet er langer worden gemeten. Op deze manier kunnen eventuele seizoensinvloeden worden gevonden.

Om een nog beter beeld te creƫren van de invloed van de lactatiedagen, zouden bij vervolgonderzoek koeien moeten worden meegenomen die in het begin van de lactatie zitten. Op deze manier kan ook het eventuele effect van de negatieve energiebalans worden gevonden.

Op basis van de invloed van de genetische gegevens, zou er een grotere groep koeien moeten worden onderzocht, zodat er meer dochters met dezelfde vader zijn.

Bron: Nieuwe Oogst