
category_news
Uitbreiding onderzoek naar biologische bestrijding van woekerplanten
In de afgelopen jaren is er in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland veldonderzoek gedaan naar de biologische bestrijding van Japanse duizendknoop, Watercrassula en Grote waternavel. In dit nieuwsbericht lees je meer over de resultaten en het vervolg.



Links: de bladvlo tegen Japanse duizendknoop; midden: de mijt tegen watercrassula; rechts: de snuitkever tegen grote waternavel (foto’s: CABI)
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de vergunningsaanvraag goedgekeurd voor nader veldonderzoek naar de biologische bestrijding van Japanse duizendknoop met uitgezette Japanse bladvlooien. Ook worden proeven gestart met de bestrijding van de invasieve waterplanten Watercrassula en Grote waternavel. Ook daarvoor zijn de vergunningen afgegeven voor onderzoek met respectievelijk mijten en snuitkevers.
Alle aanvragen zijn ingediend door de onderzoeksconsortium Biocops, dat al eerder onderzoek deed naar biologische bestrijding in de periode 2020-2023. Biocops - dat eerder werkte onder de naam ‘#uitde1000knoop’- onderzoekt of de inzet van natuurlijke vijanden helpt invasieve plantenexoten in Nederland in te dammen.
Bladvlo wordt anders ingezet
Bij het vervolgonderzoek wordt de Japanse bladvlo (Aphalara itadori) op een andere manier ingezet. Bij eerdere proeven bleek dat de populatie bladvlooien niet genoeg toenam om serieuze schade te veroorzaken aan de duizendknoop. Wel bleek dat de bladvlo schade toebracht aan de jonge scheuten van de planten.
Het vervolgonderzoek bekijkt of een gerichte inzet mogelijk is, waarbij de bladvlo pas wordt uitgezet nadat de wortels en uitlopers van de Japanse duizendknoop zijn verwijderd door middel van het uitrieken. Zo wordt de hergroei van de plant bij de wortel aangepakt. Voor Joyce Penninkhof van Stichting Probos is de proef een welkome aanvulling: “We hopen dat de bladvlo op deze manier helpt het nazorgtraject korter te maken, of dat beheerders minder vaak terug hoeven keren om hergroeide duizendknoopplanten uit te trekken.”
De duizendknoop vormt al jaren een bron van overlast voor waterbeheerders en terrein-eigenaren. Eerder onderzoek in Nederland en elders heeft al aangetoond hoe de Japanse bladvlo succesvol kan worden ingezet tegen de plant, zonder gevaar op te leveren voor andere planten en inheemse fauna. Ook de Japanse bladvlo komt van nature niet voor in Nederland. Daarom is uitvoerig onderzocht of aan de introductie van het insect risico's verbonden zijn en is geput uit eerder onderzoek uit Engeland.
Onderzoek voor vergunningen
De onderzoekers starten nu met onderzoek naar de inzet van Aculus crassulae (een mijt) tegen watercrassula en de snuitkever Listronotus elongatus tegen grote waternavel. Ook voor het verkrijgen van die vergunningen is uitvoerig onderzoek voorafgegaan. Watercrassula komt oorspronkelijk uit Australië en Nieuw-Zeeland en Grote waternavel is afkomstig uit Zuid-Amerika. Beide soorten belandden via tuincentra in de Nederlandse wateren. Daar kunnen de soorten watergangen dichtgroeien, waardoor inheemse planten en waterdieren worden verdrongen. “Deze planten zorgen ook voor andere vormen van schade zoals een verslechtering van de waterkwaliteit. De kosten voor de bestrijding van deze soort lopen in Nederland inmiddels in de miljoenen”.
Uit eerder veldonderzoek in Groot-Brittannië, uitgevoerd door non-profitorganisatie CABI, is gebleken dat de mijt en snuitkever daar kunnen overleven en zich verspreiden. Het Nederlandse onderzoek dat nu start wil bekijken of dat ook hier het geval is. Daarnaast willen de onderzoekers aan waterbeheerders, beleidsmakers en het brede publiek laten zien wat biologische bestrijding inhoudt en wat het kan betekenen voor de beheersing van invasieve exoten.
Het Biocops-onderzoek wordt gefinancierd door: de gemeente Amsterdam, Hoogheemraadschap Schieland Krimpenerwaard en de Waterschappen: Amstel Gooi en Vecht/Waternet, Aa en Maas, Hunze en Aa’s, Brabantse Delta, De Dommel, Rivierenland, Zuiderzeeland, en Wetterskip Fryslân.